Fokkerij in een notendop: deel 4
Wat is het verschil tussen de onder- en bovenbalkkenmerken?
In de melkveehouderij gaan we steeds op zoek naar koeien met een functioneel exterieur. Om dit doel te bereiken hebben zowat alle fokkerijlanden ter wereld een systeem ontwikkeld om het uiterlijk van de melkkoe te beoordelen. Een goed exterieur is onmisbaar om grote prestaties te kunnen leveren.
Stamboeken hebben inspecteurs die koeien op een zo objectief mogelijke manier beoordelen en via een schaalsysteem per kenmerk als het ware een foto maken van de koe. Al deze verschillende kenmerken maken deel uit van de zogenaamde onderbalk. Het Canadese classificatiesysteem heeft veel lineaire en beschrijvende kenmerken die worden gecombineerd in 4 secties, dit noemen we de hoofdbalkkenmerken. Deze kenmerken worden gescoord op een schaal van 1 tot 9 en bepaalde kenmerken zoals hoogtemaat en kruisbreedte worden gemeten en via de gemeten waarden krijgen ze een score toebedeeld.
Uier, benen, dairy strength en kruis zijn kenmerken die worden berekend op basis van de scores van de onderbalkkenmerken. In Canada wordt de uiteindelijke exterieurscore als volgt bepaald:
Bron foto: Holstein Canada
Ideale kwaliteiten Uier (40%)
- Breed en sterk aangehecht met een zachte textuur, goede speenplaatsing en lengte
- Makkelijk te melken in alle systemen
- Uiers met voldoende capaciteit voor hoge melkvolumes
- Sterke ophangband en uieraanhechting
Ideale kwaliteiten Dairy Strenght (20%)
- Open rib met mooie welving
- Veel capaciteit en breedte om veel voer te kunnen opnemen
- Goede lichaamsconditiescore
- Gezonde koe met voldoende plaats voor de vitale organen
Ideale kwaliteiten Beenwerk (28%)
- Benen die vierkant en breed geplaatst zijn met ideale kromming
- Sterke klauwen met voldoende hieldiepte
- Goede locomotie met rechte stap
Ideale kwaliteiten Kruis (12%)
- Kruis met een ideale helling en breedte
- Zorgt voor makkelijke kalvingen en beter herstel na afkalven
- Betere vruchtbaarheid
