Semex Nieuws

Fertility First Blog 17

Je eigen bedrijfskengetallen eens kritisch bekijken kan nooit kwaad. Op kleine en middelgrote melkveebedrijven kunnen één of twee koeien de gemiddelde resultaten vaak erg beïnvloeden. Er is dan ook niet echt sprake van een bedrijfsprobleem, maar heel duidelijk van een koe-probleem. En wellicht is er niet eens sprake van een probleem! Soms wordt er bijvoorbeeld bewust gekozen om bepaalde dieren erg lang door te insemineren, totdat ze uiteindelijk een keer drachtig worden. 

 

VOORBEELD 1.
Bedrijf met 60 melkkoeien en een gemiddelde TKT van 400 dagen, waarvan 2 koeien met een TKT van 700 dagen. Deze 2 koeien verhogen de gemiddelde TKT van 389 dagen naar 400 dagen. De overige 58 koeien hebben gemiddeld een TKT van 389 dagen.

 

Wie heeft welke koe geïnsemineerd?

Binnen bepaalde bedrijven zijn er soms verschillende DHZ-inseminators actief. Bij een bedrijfsanalyse kan je erachter komen dat er dan grote onderlinge verschillen zijn. Het is dan in ieders belang dat iedere inseminatie gecodeerd wordt: wie heeft welke koe geïnsemineerd? Met deze informatie kan er vervolgens gericht gecoacht worden om zo de resultaten te verbeteren. Wanneer twee inseminators evenveel inseminaties hebben uitgevoerd met soms meer dan 10-15% hogere/lagere drachtigheidscijfers, is het zeker geen overbodige luxe om eens met elkaar om tafel te gaan. Een opfriscursus is waarschijnlijk een welkome investering.

 

VOORBEELD 2.
Inseminator:                     Geïnsemineerde koeien:                             Dracht Percentage (CR):
001.                                                       228                                                 44.3       (101 koeien)
002                                                        157                                                 37.6       (59 koeien)

* Wanneer Inseminator 002 ook 44,3 had gescoord waren er niet 59 maar 69 koeien drachtig geweest

 

Het belang van tochtregistratie

Het kan zeker geen kwaad om eens met een kritische blijk naar de tochtfrequentie te kijken. Te veel koeien worden geïnsemineerd terwijl ze eigenlijk helemaal niet tochtig zijn. Er is dan sprake van valse/tussen tocht. Zeker bij een allereerste tocht, zo rond de 60e dag en later, is dit altijd eenvoudig te onderkennen. Mede daarom is het belangrijk om alle tochten te registreren vanaf 15 dagen na afkalven. Met deze informatie is het eenvoudiger om de tussen/valse tochten te herkennen.

 

Vroeg Embryonale Sterfte (VES)

Wanneer het veelvuldig voorkomt dat koeien na inseminatie weer opnieuw tochtig worden, laten we zeggen tussen de 25e en 35e dag na inseminatie, is er vrijwel altijd sprake van VES - Vroeg Embryonale Sterfte. VES is een natuurlijk proces, maar wanneer er te veel dieren binnen de veestapel zijn die na 25-35 dagen weer opnieuw tochtig zijn, is er voldoende reden om hier aandacht aan te schenken.

 

Hoe los je vruchtbaarheidsproblemen als VES op?

Als er sprake is van een vruchtbaarheidsprobleem als VES, is dit vaak niet eenvoudig en zeker niet op korte termijn op te lossen. Er gaat veel tijd in zitten om alles weer op de rit te krijgen. Voerleveranciers, dierenartsen en eventueel vruchtbaarheidsspecialisten kunnen worden uitgenodigd om gezamenlijk met de veehouder tot een plan van aanpak te komen. De veehouder zelf kan tijdens het dagelijkse management ook al veel informatie verzamelen wat kan helpen het probleem inzichtelijk te maken.

 

Diernummer Kalfdatum Status Tocht Interval Inseminatie Interval
556 30 augustus      Drachtig        18/23/26/39/21/52/21/24 67/39/21/52/21/24
452 15 september Drachtig 36/60/13/47/23 96/60/23
147 20 september Drachtig 105/52/23/52 105/52/23/52
644 23 september Drachtig 52/26/27/27/26 78/27/27/26
525 24 september Drachtig 32/40/55/22 72/55/22
58 8 oktober Drachtig 94/16 94/16
234 27 oktober Drachtig 50/40 50/40
561 30 oktober Drachtig 95 95
569 7 november Drachtig 31/21/24 76
570 10 november Drachtig 61/21/23 61/21/23
186 11 november Drachtig 66/24/46/22/24/26/25 66/70/22/24/26/25
574 16 november Drachtig 62/23 85
1172 17 november Drachtig 78/26/52 78/26/52
559 17 november Drachtig 34/27/67 128
342 18 november Drachtig 31/35/22 66/22
563 25 november Drachtig 53/45/67 98/67
571 28 november Drachtig 39/32 71
568 2 december Drachtig 56/21 56/21
1142 4 december Drachtig 55/28/24 83/24
431 6 december Drachtig 49/20 69
357 7 december Drachtig 107/19/15/27/20 107/19/15/47
572 15 december Drachtig 22/21/21/21 85
577 16 december Drachtig 79 79
263 18 december Drachtig 40/22/24/24/22 62/24/24/22
141 23 december Drachtig 76/23/24 99/24
1087 25 december Drachtig 53/23/21/20/25 97/20/25
567 26 december Drachtig 25/20/20/19 84

 

 

VOORBEELD 3.
Van de 27 drachtige koeien:

  • 33% na 1 inseminatie                                                   2,44 ins / dracht
  • 60 % na 2 inseminaties                                                2,16 ins /dracht (-/- 2 probleem koeien)
  • 78%  na 3 inseminaties                                                Int afkalven – 1e insemiatie ; 81 dagen.
  • Int afkalven -laatste inseminatie; 126 dagen
  • VTKT  406 dagen

*Bovenstaande cijfers laten zien dat de koeien na 1 inseminatie matig drachtig (33%) worden. Ook door het verschil (81-126) tussen de 1e inseminatie en laatste inseminatie mag geconcludeerd worden dat er op dit bedrijf sprake is van embryonale sterfte en/of niet optimale tochtwaarneming.

 

Een kritische blik op de cijfers

Hoeveel van de koeien /pinken bloeden af nadat ze tochtig zijn geweest? En wanneer bloeden ze af? Maar ook als DHZ-inseminator is het interessant om tijdens het insemineren vast te stellen of het betreffende dier voldoende tonus heeft, een indicatie van de kwaliteit van de tocht. Uiteindelijk is het interessant om kritisch naar de cijfers te kijken.